Kabouter Plop - Het Ploplied

      [Intro]
Db                          Gb
    Plopperdeplopperdeplop

[Verse 1]
Bb       Eb             F              Bb
Ik ben Kabouter Plop en samen met mijn vrienden
          Eb                           F
Kun je me altijd in mijn paddestoeltje vinden
Bb               Eb
Mijn naam is Kwebbel : ik praat en praat en praat
     F             Bb                  Cm                 F
En ik ben Lui : ik slaap van 's morgensvroeg tot 's avondslaat
Bb          Eb                         Bb
Ik hier ben Klus. Ik knutsel toch zo graag
                   Eb             F                Bb
Ik knutsel vlug en als je wil dan knutsel ik ook traag

[Bridge]
        Eb
wahhahahahaaa

[Verse 2]
   Bb       Eb
He Lui, meefluiten
    Ab          F              Bb         Eb
Fluiten Ik word daar zo moe van, van fluiten
               Cm                  F
Dat is nu niet belangrijk, Luitje, fluit maar
    Bb    Eb
Toe, Lui, fluit dan
       F
Kom nu, jongen
Bb          Eb
Ja, goed dan

[Instrumental]
Bb  Eb    Ab  Bb  Eb    F  Bb  F  Bb  F  Bb  F

[Verse 3]
Bb         Eb          F              Bb
Ik hou van Plopkoeken. Ik bak er alle dagen
               Eb                             F
Wie er van proeven wil, die moet er maar naar vragen
Bb         Eb
Ik hou van dansen en ook veel van muziek
   Bb                                Eb                     F
En ik neem graag mijn vrienden beet. Dan lach ik mij een kriek
Bb         Eb                      Bb
Onder mijn muts daar is het lekker droog
                       Eb               F             Bb
Maar als ik schrik dan vliegen die twee dingen naar omhoog

[Bridge]
Eb  Ab  Bb  Eb

[Verse 4]
                Ab
Kwebbeldekwebbeldekwebbel
            F                 Bb                   Eb
Ik wil niet meer fluiten want ik zal het u zeggen, he¨
NC
(Fluit jij dan niet mee, Kwebbel)
   Cm                        Db        Bb
Je moet fluiten net als alle andere kabouters
     Eb                      Bb
He¨, zeg, heb ik niet mooi gefloten
Eb
Maar ja, dat is normaal, he¨
                           Bb                     Eb
Oh ja, ik ben, als het ware, de beste fluiter van heel het kabouterdorp
NC
(Beste fluiter, beste fluiter)
F        Bb            Db
Jij bent helemaal niet de beste fluiter
                           F    Bb                   F
Hou nu toch eens op, jullie. Ik moet nu beginnen zingen

[Verse 5]
Bb         Eb            F            Bb
Als jullie zin hebben om op bezoek te komen
            Eb                         F
Volg dan de weg die je kan zien tussen de bomen
Bb          Eb                            Cm
Dan maak ik Plopmelk en -koeken voor je klaar
      F            Bb              Eb               F
En ik, ik zal niet slapen, ja, echt waar, geloof me maar
Bb          Eb                         Bb
Dan gaan we feesten. Dat wordt buitengewoon
                        Eb             F            Bb    Eb
Want Plop draait aan de slinger van de slingergrammofoon

[Verse 6]
Bb               Eb                     Ab
Klusserdeklusserdeklusserdeklusserdeklus
F         Bb
Lui is in slaap gevallen
   Eb          Ab    Db  Bb
Ik hoor het, ja
Eb                 Bb      Eb
He, he , zeg, Lui, woe-oe, wakker worden
         Bb      Eb                     F                 Bb
Hey hey, ho, he, hallo, oh, hij is niet wakker te krijgen
         Eb            F                             Bb     Eb
Ja, zeg, laat hem maar slapen. Het liedje is toch gedaan